Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [61]hij werd van de kinderen der mensen verstoten, en [62]zijn hart werd den beesten gelijk gemaakt, en [63]zijn woning was bij de woudezelen; [64]men gaf hem gras te smaken gelijk den ossen; en zijn lichaam werd van den dauw des hemels nat gemaakt, totdat hij bekende, dat God, de Allerhoogste, Heerser is over de koninkrijken der mensen, en over dezelve stelt, wien Hij wil. 61. Zie hfdst.4 vs.25. 62. Anders: hij stelde zijn hart met de beesten; dat is, hij is een tijdlang zonder kennis en zonder verstand geweest; verstaande dat Hij, te weten de Heere, des konings hart dat der beesten heeft gelijk gemaakt. 63. Hij die tevoren zijn hof gehouden had in de beroemdste stad en in het schoonste paleis der wereld, moet nu met de beesten verkeren. 64. De zin is dat hij gras at.